1545 11 SEPTEMBER 1980 bereid zijn ook voor de kosten van tijdelijke voorzieningen op te draaien. Dat is, denk ik, geen enkel probleem en ik ben van mening dat men deze weg zal moeten inslaan. Een ander voorbeeld. De situatie in een pand zonder water is uitermate gevaarlijk. We kennen in Breda dramatische voorbeelden van branden die heb ben plaatsgevonden. Bij de afwezigheid van water is het brandgevaar uitermate groot en ik vind dan ook dat het college het niet voor zijn verantwoor ding kan nemen mensen zonder water te zetten. Ook al is het pand Ginnekenweg 90 dan inderdaad ont ruimd, ten aanzien van andere panden waar het nu om gaat geldt geen ontruimingsbevel, zodat de be woners er officieel niet uit hoeven en aanwezig zullen blijven. Wetende dat in die panden zeer veel mensen zonder gas, water en licht zitten, vind ik dat de raad dit niet voor zijn verantwoor ding mag nemen. De P.v.d.A. heeft zich min of meer aangeslo ten bij het C.D.A. door erop te wijzen dat de ge meente een vrij goed beleid heeft gevoerd waarbij men in wezen leverde. Ik wil hierbij een kantteke ning maken en er een concrete vraag aan toevoegen. Er is discussie gevoerd over de vraag later op de avond komt dat punt wellicht nog aan de orde of er al dan niet met de dienstleiding moet worden geleverd. Het huidige gemeentelijke beleid houdt naar ik meen in dat het energie- en waterbedrijf bij het leeg komen van panden in veel gevallen de meters weghaalt, waardoor juridisch de dienstlei ding niet aanwezig is en men geen gas, water en licht kan krijgen. Als mijn veronderstelling ten aanzien van de gedragslijn van het EnWa-bedrijf onjuist is, hoor ik graag een correctie. Indien men deze gedragslijn inderdaad volgt, wil ik daar tegen met klem protesteren. Kan de wethouder voorts mededelen hoeveel verzoeken inmiddels zijn binnen gekomen van advocaten van eigenaren van panden.... De VOORZITTER: Het spijt mij u te moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1545