1549 11 SEPTEMBER 1980 verkrijgen van volstrekte duidelijkheid over de verordening. Mijns inziens dient u het besluit als zodanig te interpreteren. Ik wil nog een andere opmerking maken, aange zien ik meen dat in eerste termijn bij de beant woording op een bepaald punt enig misverstand is ontstaan. Het instellen van beroep in cassatie be treft een volstrekt eigenstandige rechtsgang, waarmee de wederpartij niets te maken heeft. Er is zojuist gepoogd dit te expliceren. Voor zover daarover misverstand heeft bestaan is dat nu wel licht rechtgezet. Ik wil tenslotte nog een opmerking maken in de richting van de heer Hendriksen. Zijn interpre tatie en beoordeling van de situatie zijn anders dan die van een deel van het college. Hij is van mening dat het Hof bepaalde dingen niet had mogen doen; zo meen ik hem althans te kunnen verstaan. De heer HENDRIKSEN: U zei dat in eerste ter mijn ook, maar zo heb ik het toch niet gesteld. Natuurlijk mag het Hof dat soort dingen doen, maar het Hof moet zich wel realiseren dat het als het om bepaalde zaken in deze maatschappij gaat op het randje van politieke uitspraken zit; dat is gewoon een gegeven. Hierdoor ontstaat een conflictsitua tie met maatschappelijke ontwikkelingen, zoals dat thans ook het geval is. De VOORZITTER: Ik wil dit geheel voor uw re kening laten. U' kunt dit beter naar voren brengen op andere plaatsen, waar u het eventueel kwijt zou willen. De gemeente is in dezen civiele partij en wij zijn als zodanig onderworpen aan het gezag van de rechterlijke macht; daarover bestaat geen enke le twijfel. Opdat u over het amendement en de motie een oordeel kunt vormen, wil ik de vergadering enige ogenblikken schorsen. SCHORSING.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1549