1564
15 SEPTEMBER 1980
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik stel u
voor tot beslissingen te komen, maar ik zie dat
de heer Garritsen toch nog een opmerking wil ma
ken. Mag ik hem vragen bij het onderwerp te blij
ven?
De heer GARRITSEN: In tegenstelling tot u ben
ik van mening dat ik volstrekt bij het onderwerp
ben gebleven. Als het om het vervreemden van grond
gaat, zijn er twee mogelijkheden. Het voorstel van
het college is in dit geval alle grond te verko
pen, maar de andere methode en die is duide
lijk aan de orde is erfpacht. Wethouder Van Dun
heeft gezegd dat de discussie daarover plaatsvindt
in de commissie voor openbare werken. Vóór deze
raadsperiode is die discussie inderdaad uitvoerig
aan de orde geweest we hebben daarover stukken
ontvangen maar de kwestie is nooit echt uitge
praat. Gedurende deze raadsperiode is een begin
gemaakt met de opstelling van de nota volkshuis
vesting. In het kader van die nota zou de erf
pachtkwestie integraal aan de orde komen en zou
te dien aanzien een keus worden gedaan. Ik con
stateer nu echter dat men, daarop vooruitlopend,
in een deel van de Haagse Beemden grond in erf
pacht wil uitgeven, iets wat mij op zichzelf ver
heugt, maar wat mij tevens tot de opmerking brengt
dat het aanbeveling verdient na te gaan of ook de
in het voorstel genoemde grote percelen niet in
erfpacht kunnen worden uitgegeven.
Het verheugt mij dat het college het voor
stel onder nummer 7 heeft teruggenomen. Overigens
zal ik graag argumenten van de wethouder horen.
Van mijn kant zijn geen andere argumenten genoemd
dan in de commissie aan de orde zijn geweest; van
de kant van de wethouder is geen enkel argument
voor het terugnemen van het voorstel genoemd.
Graag zal ik vernemen waarom het voorstel nu wordt
teruggenomen.
Wethouder VAN DUN: Het is een beetje moeilijk