15 SEPTEMBER 1980
1565
te bepalen wanneer ik binnen en wanneer ik buiten
de orde ben. Binnen de orde ben ik in ieder geval
wanneer ik op de laatste opmerking van de heer
Garritsen inga. Het college excuses voor het
feit dat die mededeling de raad wat laat bereikt
heeft op mijn voorstel gemeend het voorstel on
der nummer 7 te moeten terugnemen. Wij hebben op
het ogenblik te weinig inzicht op datgene wat Stok
bij het aangaan van een zo belangrijke transactie
beroert. Dat is de argumtatie van het college.
In de marge van de ordeik vind dat we ons
moeten houden aan de afspraken die door drie par
tijen in het programakkoord zijn vastgelegd. Deze
afspraken houden in de eerste plaats in dat voor
de gemeente verkoop van grond gebruikelijk zal
blijven en erfpacht uitzondering zal zijn. Dat is
zo en dat blijft zo. Ten tweede: de erfpachtkwes
tie komt opnieuw in discussie naar aanleiding van
de nota volkshuisvesting, waarover de raad, zoals
ik heb gezegd, deze maand mededelingen krijgt. Als
er dan op dit ogenblik een mijns inziens goede
zaak in de marge van het collegebeleid speelt,
waarbij een wethouder iets aan het college heeft
voorgesteld, dan geldt, denk ik in een bepaalde
optiek
De heer GARRITSEN: De wethouder heeft niets
aan het college voorgesteld. Volgens het persbe
richt gaat het hier om een voorstel van het ge
meentebestuur en is de situatie niet zoals de wet
houder op dit ogenblik meedeelt.
Wethouder VAN DUN: Ik denk nog altijd dat me
dedelingen van een wethouder bij tijd en wijle wel
eens belangrijker kunnen zijn dan persberichten.
De heer GARRITSEN: Ik neem aan dat de pers
conferentie goed.
De VOORZITTER: Mijnheer Garritsen. Nu laten
we de wethouder eerst uitspreken