1568
15 SEPTEMBER 1980
bladzijde 7 van het voorstel worden aan dat plan
enige regels gewijd, met als conclusie dat het
plan het college geen aanleiding geeft de raad te
vragen meer financiële middelen ter beschikking
te stellen of andere maatregelen goed te keuren.
Nu hebben de leden van de commissie voor jeugd,
sport en recreatie afgelopen zaterdag een uitge
breidere reactie ontvangen, in de vorm van een
schrijven van het college aan de voetbalvereni
ging N.A.C. Voor mij en zeker voor de fractie is
die reactie nog te kort geleden ontvangen om er
al op in te kunnen gaan, maar ik wil toch medede
len het te betreuren dat het beleidsplan en de
reactie van het college bij het onderhavige voor
stel niet tegelijk aan de orde hebben kunnen ko
men. Ik neem aan dat beide stukken in één van de
volgende commissievergaderingen onderwerp van be
spreking zullen kunnen zijn. Voor mij blijft dan
de vraag bestaan, wat we, nadat die bespreking
heeft plaatsgevonden, met deze stukken gaan doen.
Naar mijn idee biedt het beleidsplan van N.A.C.
een, zij het beperkte, visie op de ontwikkeling
van het betaald voetbal, in casu van N.A.C. in
Breda. Wellicht zou het beleidsplan een aanzet
kunnen zijn tot een voorstel van de kant van het
college aangaande een ten opzichte van N.A.C. op
langere termijn te volgen gedragslijn.
In dit kader wil ik herinneren aan een vraag
van de heer Eissens aan het college over de even
tuele instelling van een club van wijze mannen.
Van de kant van het college is toen gezegd dat
men deze suggestie als een zeer serieuze inbreng
in de beschouwingen zou betrekken en dat de com
missie binnen enige maanden zou vernemen wat er
zou gaan gebeuren. Het lijkt mij nuttig dat men
ten aanzien van N.A.C. geen afwachtende houding
aanneemt en ik ben benieuwd wat het college met
de suggestie van de heer Eissens gaat doen.
De heer KOERTSHUIS: In juni van dit jaar
heeft het college het N.A.C.-voorstel in concept