1572 15 SEPTEMBER 1980 passieve reactie heeft. Hiermee komen we, zoals het college terecht opmerkt, op de kern van het betaald voetbal. Redeneren we nu even door, dan moeten we tot de conclusie komen dat de lokale overheid hier een bedrijf gaat financieren, wat een unieke situatie is. Als het college betoogt dat N.A.C. vooral als een bedrijf moet worden ge zien, vraag ik mij af welke consequenties dit standpunt heeft voor andere bedrijfstakken van waaruit men voor steun bij de overheid kom aan kloppen. De financiële problematiek staat bij de be handeling van dit agendapunt centraal. In het voorstel wordt melding gemaakt van het uitgangs punt dat het betaald voetbal uiteindelijk self supporting moet zijn. Denkt de wethouder dat dit uitgangspunt werkelijk te verwezenlijken is, of kan hij met mij eens zijn dat het op een volstrek te illusie berust? Het betaald voetbal is georga niseerd op een manier die we in het geldende sys teem meestal aantreffen. Ik denk dan ook dat de grootste clubs de meeste centen naar zich toe kun nen trekken. Gelet op activiteiten als sponsoring van clubs en de eventuele invoering van shirtre clame, kom ik tot de conclusie dat de verschillen tussen de echte topclubs en de staartclubs, waar N.A.C. op dit ogenblik ook al weer bij behoort, blijven bestaan en dat het alleen voor de topclubs mogelijk is self-supporting te worden, terwijl dat voor N.A.C. binnen het betaald voetbal een illusie zal blijven. Als de wethouder een andere mening toegedaan is, zou ik graag willen weten op welke gronden hij daartoe is gekomen. In de passage onder het opschrift "gezondma king en lokale overheid" tref ik een opsomming aan van een aantal organisaties die zich op dit ter rein bewegen. Ook de wethouder heeft in dat ver band een functie. Ik zou graag van hem vernemen dat is niet uit het voorstel op te maken welk standpunt hij persoonlijk in het overleg in neemt. Hij vertegenwoordigt in het overleg Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1572