1576
15 SEPTEMBER 1980
gemeenten doen. Wanneer je wat dat betreft niet
op één duidelijke, gemeenschappelijke beleidslijn
zit, kunnen er door het ad-hoc-beleid dat alle
kanten opspringt, alleen maar ongelukken gebeuren
en kun je niet tot een gezamenlijke, ingrijpende
ope r at ie komen
Om die reden wordt binnen de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten door een vrijblijvende werk
groep gewerkt aan het zo veel mogelijk op één
spoor houden en op één spoor brengen van de ver
schillende subsidiërende gemeenten. Dit gaat
plaatsvinden in een besluitvormingsproces, waarbij
voortdurend elke afzonderlijke gemeente terug moet
naar het college of naar de raad om te proberen
tot bepaalde afspraken te komen. De landelijke
trend is echter op het ogenblik tamelijk duidelijk:
het ministerie van C.R.M. heeft saneringsgelden
ter beschikking gesteld en daarvoor een plafond
vastgesteld, de Stichting Nationale Sporttotalisa-
tor heeft hetzelfde gedaan en de gemeenten hadden
het tot voor kort feitelijk niet gedaan, terwijl
het saneringsrapport wél aangaf dat zij na een
aantal jaren sanering hun bijdragen zouden gaan
minderen. Het lijkt op dit ogenblik goed dat de
gemeenten een plafond in hun bijdragen gaan leggen,
misschien zelfs dat de gemeenten met elkaar gaan
afspreken hoe zij hun subsidie in de komende ja
ren kunnen afbouwen.
Landelijk is er op het ogenblik duidelijk een
trend waarbij praktisch alle gemeenten met betaald
voetbal tot de conclusie zijn gekomen dat voor hen
de grens is bereikt en dat ze alleen nog verder
willen subsidiëren wanneer het duidelijk is dat
men op financieel en sportief gebied naar een ge
saneerde situatie op weg is. In de vergaderingen
van gemeenten valt op het ogenblik duidelijk te
proeven dat overal de vlag op storm hangt en dat
de gemeenteraden langzamerhand zó kritisch worden,
dat ze niet meer bereid zijn veel geld in het be
taald voetbal te steken. Die bereidheid zal wèl
bestaan wanneer de sportieve aantrekkingskracht