1580 15 SEPTEMBER 1980 niet de enige kan zijn die de risico's van het betaald voetbal moet opvangen. Voor een individu ele gemeente is dat niet te doen, maar voor een gezamenlijk optredende groep van gemeenten zijn er wel mogelijkheden. De heer Martens heeft gevraagd naar de situ atie in het overleg met omliggende gemeenten. Ik ben mij ervan bewust dat de "rondreis" in het ver leden weinig succesvol is geweest, maar ik meen dat de argumenten voor het overleg wel degelijk heel goed zijn. Wij hebben N.A.C. in feite via het beleidsplan toegezegd dat we die "toer" nog wel willen maken. Argumenten ik zeg het nog maals zijn er te over. De heer De Brouwer heeft geen vragen gesteld, maar medegedeeld dat hij tegen het voorstel is, waarvan akte. De heer Garritsen heeft bij het betaald voet bal een groot aantal kritische vragen, evenals elke andere fractie in de raad, maar hij gaat toch met het voorstel mee, evenals elke andere fractie behalve die van D'66. Ik denk dat de heer Garritsen ik zal het ook maar eens dramatisch uitdrukken dezelfde inwendige verscheurdheid voelt die ook andere fracties ervaren. Je kunt op dit ogenblik vreselijk moeilijk precies alle waar den van het betaald voetbal schatten, terwijl het aan de andere kant veel te vroeg is om harde maat regelen in de richting van afschaffing van het betaald voetbal te nemen. Er blijft sprake van een ontwikkeling die op dit ogenblik nog ten goe de en ten slechte kan keren. Wanneer er goed over leg tot stand komt en wanneer de mensen die echt het publiek op de tribune moeten halen hun verant woording nemen, blijft er nog wel een bepaalde positieve mogelijkheid bestaan. Eén van de vragen van de heer Garritsen luid de: hoe wordt de waarde van het betaald voetbal voor de recreatie ingeschat? Op dit ogenblik kan ik daarover alleen maar het volgende zeggen. De toeschouwersaantallen in Breda laten zien dat er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1580