15 SEPTEMBER 1980
1589
Theater Achterom zijn gemaakt en dienen te worden
betaald. Het is jammer, maar het is zo.
Voor een raadslid is het moeilijk achter de
juiste beantwoording van de schuldvraag te komen.
Wij zouden niet graag de mensen van de stadsschouw
burg, de brandweer of de dienst openbare werken de
schuld in de schoenen schuiven. Wij denken dat
iedereen heeft geprobeerd op zijn eigen wijze een
steentje tot de realisering van dit theater bij te
dragen. Van onze kant vinden wij dat het college
van burgemeester en wethouders primair tot taak
heeft ervoor te zorgen dat een dergelijke verbou
wing goed wordt geregeld.
Naar aanleiding van het gebeurde zou ik tot
slot nog enkele vragen willen stellen en een op
merking willen plaatsen.
- Hoe kunnen we in de toekomst problemen van
deze aard tegengaan?
- Hoe is het gesteld met de B.T.W.? In het
voorstel wordt daarop niet ingegaan.
- Ondanks alles zijn wij blij dat het Theater
tje Achterom goed functioneert: dat het
voor vele mensen in Breda een functie heeft
Wij hopen dat ook na het gereed komen van
de stadsschouwburg dit theater voor de Bre-
danaars een functie zal blijven houden.
De heer OOMEN: In dit voorstel blijkt de ver
bouwing van een niet zo geschikt theatertje, waar
van de kosten op 40.000,waren geschat, uit
eindelijk 120.000,-te hebben gekost. Het voor
stel heeft onze fractie doen schrikken. Toevalli
gerwijze heb ik de commissievergaderingen waarin
het voorstel is behandeld een vergadering van
de commissie cultuur en een vergadering van de
commissie openbare werken beide bijgewoond. Aan
de hand van mijn bevindingen aldaar en tevens op
grond van de notulen van de beide vergaderingen is
onze fractie tot de conclusie gekomen dat ten aan
zien van de schuldvraag hetzelfde geldt als ten
aanzien van individuele gevallen waarin het om