1596
15 SEPTEMBER 1980
rond de J.A.R. op de hoogte te houden en hun de
verslagen van de J.A.R. te doen toekomen. Teleur
stelling voelen wij over het feit dat het, ondanks
alle bemoeienissen die ons Nederlanders eigen
zijn, moeilijk is gebleken bestaande vacatures zo
als in deze adviesraad te doen vervullen. Dit
klemt in dit geval te meer omdat er op het gebied
van het jeugd- en jongerenbeleid nogal wat te ge
beuren staat. Met belangstelling zien we de plaats
van de J.A.R. in de jeugd- en jongerennota tege
moet.
De heer OOMEN: Het is positief dat er nu een
benoemingsvoorstel voor een adviesraad ligt waar
bij eindelijk de juiste verhoudingen in acht zijn
genomen: van de acht voorgedragen personen zijn
er vier mannen en vier vrouwen. Dit zou in de toe
komst bij meer adviesraden moeten gebeuren, en
uiteraard ook bij bestuurlijke organen, hoewel dat
meer aan de politieke partijen ligt. Oorspronke
lijk had ik willen opmerken dat tot onze verwonde
ring door een college dat toch ook met de coördi
natie van emancipatiezaken is belast ten onrechte
bij sommige kandidaten geen beroepen waren ver
meld, maar deze fout is gecorrigeerd,, waarvoor
dank.
De heer DE BROUWER: Meer dan eens heeft de
fractie van D'66 er haar ongenoegen en spijt over
geuit dat zo vaak aan de adviezen van niet-ambte-
lijke organen door het college weinig recht wordt
gedaan. Ik zei "niet-ambtelijke organen'', zodat
dit niet alleen geldt voor bijvoorbeeld de stede-
bouwkundige adviesraad, maar ook voor de raadscom
missies van advies en bijstand. Wij hebben dan ook
meer dan eens onze twijfels geuit over het nut van
het instellen van nog meer van deze organen, of
het rekken van hun voortbestaan.
Onze twijfels worden bij lezing van dit voor
stel alleen maar vergroot. De resultaten van de
bezinning van de jeugdadviesraad op eigen taak,