21 JANUARI 1980 15 fracties rond de ontwikkeling van het M.A.I.C. en de inpassing daarvan bij het I.M.W. deelt. Wij hebben die zorg ook al verschillende malen in de commissie sociale zaken tot uiting gebracht, re centelijk nog op 2 januari, naar aanleiding van een initiatief van de heer Eissens in die commis sie De Partij van de Arbeid heeft in principe geen bezwaar tegen het houden van een interpella tie, zoals die ons nu is voorgelegd, maar wel heb ben wij hiermee duidelijk moeite. Wij zijn name lijk van oordeel dat nu nog niet het tijdstip is aangebroken om met een dergelijke indringendheid over het M.A.I.C. te praten. De begrotingsbehande ling staat voor de deur en onzes inziens is dat de gelegenheid waarbij de prioriteiten moeten worden afgewogen en waarbij wij met elkaar moeten bekij ken hoe een zaak als deze tot een oplossing kan worden gebracht. In onze fractie wordt zelfs ge zegd dat de besluitvorming ten aanzien hiervan niet eens van een begrotingsbehandeling behoeft af te hangen. Het gaat hierbij namelijk om een zwaar wichtige zaak, die niet onder de druk van de tijd van de kant van het particulier initiatief door de raad mag worden gedrukt. Volgens de fractie van de Partij van de Arbeid zijn daarvoor hiermee tè veel belangen gemoeid. Van de kant van de Partij van de Arbeid be staan er dus principieel geen bezwaren tegen het houden van de interpellatie, maar wij vinden het moment waarop de V.V.D. deze zaak presenteert erg ongelukkig gekozen. Wij dringen er bij de V.V.D. dan ook sterk op aan zich nog eens te beraden over haar indiening van het interpellatieverzoek en te overwegen of het niet verstandiger zou zijn tij dens de begrotingsbehandeling over dit onderwerp met de gehele raad een open discussie aan te gaan. De heer GARRITSEN: In de commissie heb ik al duidelijk gemaakt dat ik voor het open houden van het M.A.I.C. ben. Op zichzelf is het erg triest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 15