1602
15 SEPTEMBER 1980
aanvaarding van dit voorstel zijn gesaneerd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
14. bijlage nr. 308.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET
BETREKKING TOT DE RAPPORTAGE VAN DE IE FASE
VAN HET BASISPLAN OPENLUCHTRECREATIE STADS
GEWEST BREDA. (W)
De heer KOERTSHUIS: Inhoudelijk geeft dit
voorstel onze fractie weinig aanleiding nu al uit
gebreid en diepgaand aandacht aan de materie te
besteden. Het is een voorstel waarin van de zijde
van het college wordt gereageerd op het basisplan
openluchtrecreatie van het stadsgewest, eerste
fase. Onze fractie vindt de aandacht voor de open
luchtrecreatie die uit het stuk blijkt, een erg
belangwekkende aangelegenheid. Het is goed ons nu
en in de naaste toekomst met de openluchtrecreatie
bezig te gaan houden, maar het stuk biedt nog geen
concrete maatregelen of punten die op korte ter
mijn financiële gevolgen zullen hebben. De inhoud
van het voorstel kan onze fractie globaal onder
schrijven, zij het dat wij een kanttekening wen
sen te maken bij knelpunt 3.3.3., het crossen.
Wij zijn het eens met de constatering van het
college dat er in Breda geen enkele echte cross
voorziening is; de heer Van Asseldonk heeft inder
tijd bewerkstelligd dat de kwestie van het cros
sen op het prioriteitenlijstje van de commissie
jeugd en sport kwam te staan. Dat het college deze
kwestie nu naar het stadsgewest doorschuift, kan
onze instemming niet hebben. Naar onze mening
moet Breda de problematiek, ontstaan door het ont
breken van een crossvoorziening, zelf oplossen
door binnen zijn eigen grenzen een dergelijke ge
legenheid te creëren.
Beslist moeite en dan in emotionele zin