1616
15 SEPTEMBER 1980
zeggen over veilige fietsvoorzieningen op routes
naar allerlei recreatiegebieden. Met name ten aan
zien van de Galderse Meren is er een dringende
behoefte aan fietsvoorzieningen.
Wethouder WELSCHEN: De heer Garritsen heeft
gelijk. Ik had de Galderse Meren naar achteren ge
schoven, overigens niet om ze helemaal kwijt te
raken, want het lijkt mij nuttig enige misverstan
den weg te werken. De heer Garritsen heeft gezegd
dat de naaktrecreatie bij de Galderse Meren in
ieder geval moet kunnen blijven doorgaan. In prin
cipe zijn wij het daarmee eens en we doen er ook
erg veel moeite voor om in ieder geval de mogelijk
heid op tafel te houden. Er wordt echter op dit
ogenblik aan de Galderse Meren gewerkt en derhalve
zal het gebied waarin mogelijkheden aanwezig zijn
zich voortdurend wijzigen. In principe is er voor
naaktrecreatie geen blokkade en dit jaar heeft
zich ook in dat opzicht geen enkel probleem voor
gedaan. De heer Garritsen kan ervan op aan dat wij
de bestaande lijn handhaven.
De heer GARRITSEN: Maar in het plan B is geen
plaats voor naaktrecreatie aan de Galderse Meren.
Wat is het standpunt van de wethouder daarover?
Wethouder WELSCHEN: Er is geen plan dat op
dit ogenblik zó ver is uitgewerkt dat wij het als
het inrichtingsplan bestempelen. Feitelijk wordt
op dit ogenblik met de naaktrecreant wel degelijk
rekening gehouden. Bovendien komen de naaktrecre-
anten in een begeleidingsgroep die de gehele ont
wikkeling verder mede zal bestuderen.
De tweede opmerking van de heer Garritsen
hield in dat naar zijn mening de gebruikers bij de
planvorming moeten worden betrokken. Ik wijs erop
dat dit in het verleden ook is gebeurd. Ik heb,
voordat er nieuwe voorzieningen moesten worden ge
troffen, met de gebruikers gesproken. Ik heb hen
erop gewezen dat de situatie uit de hand ging