15 SEPTEMBER 1980 1623 De heer TEN WOLDE: U zei precies hetzelfde. U constateert nu kennelijk al weer zo veel nega tieve aspecten De heer OOMEN: Nee, nee, u moet goed De heer TEN WOLDEen daardoor gaat u weer stigmatiserend te werk, in de zin van... De heer OOMEN: Als u het hebt.... De VOORZITTER: U kunt nog in tweede termijn spreken, mijnheer Oomen. Nu is eerst het woord aan de heer Garritsen. De heer GARRITSEN: Om toch even op die inter ruptie in te gaan: ik wil de uitvoering van de plannen die er liggen juist helemaal niet vertra gen. In mijn optiek moet men de gang van zaken versnellen en moet men gaan kijken wat men aan de woningnood onder één- en tweepersoonshuishoudens kan doen. Dat is een heel andere benadering dan de heer Ten Wolde mij in de schoenen wil schuiven. Zojuist constateerde ik en dat is beslist geen vertragingstactiek dat het gewenst is over leg te plegen als je grote groepen in een bepaalde wijk wilt opnemen. De heer VAN ASSELDONK: En als dat overleg nu eens negatief uitvalt? De heer GARRITSEN: Ik heb duidelijk gezegd dat in dit geval het projectteam met ontzettend harde argumenten zou moeten komen als het zou wil len bereiken dat de splitsing niet doorgaat. Het gaat nu om één plan voor 26 wooneenheden, maar in de Hoge Vucht staan zoals men weet méér flats en er is dan ook een vrij grote kans dat flatsplitsing op vrij grote schaal gaat plaatsvinden, een gang van zaken waarmee ik op zichzelf niet zo veel moeite heb, maar die in het totale kader van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1623