24 JANUARI 1980 162 De heer DE BROUWER: Het is verwarrend als u zegt dat de A.B.N. vertrouwen in N.A.C. heeft. De A.B.N. heeft vertrouwen in de gemeente en dat ligt toch iets anders! Wethouder WELSCHENIk denk dat u een onjuis te voorstelling van zaken geeft. Tot op dit ogen blik had de bank voldoende zekerstelling. Bij een faillissement was de bank aan haar trekken geko men, Punt. Dat wij op dit ogenblik de situatie laten opklaren, betekent op zichzelf niet dat de bank de lachende derde is. Bij een faillissement was de bank eruit gekomendat is tot op dit ogen blik onze inschatting. Verder ingaand op de mogelijkheden van een faillissement, heeft de heer De Brouwer ter plek ke even een tegenvoorstel gedaan, waarvan de heer Garritsen zich terecht heeft afgevraagd wat dat nu eigenlijk voor consequenties heeft. De heer De Brouwer heeft betoogd dat het behoud van N.A.C. voor hem niet noodzakelijk is en hij heeft dat vervolgens met drie onderdelen van zijn voorstel heel duidelijk onderstreept. Als we het voorstel van de heer De Brouwer zouden volgen, zou de vraag, of het behoud van N.A.C. noodzakelijk is, namelijk niet eens meer aan de orde zijn, maar zou N.A.C. gewoon op de fles gaan. De heer De Brouwer stelt voor de tribune tegen taxatiewaarde aan te kopen en De heer DE BROUWER: Niet de tribune, maar de opstallen Wethouder WELSCHEN: Laat ik het kortweg zo zeggenals ik snel doorreken wat in dezen de mo gelijkheden zijn, dan denk ik dat u op dit ogen blik een oplossing aanbiedt die N.A.C. op geen enkel punt uit de werkelijke problemen haalt. U zegt l'we klaren de zaak op en N.A.C. krijgt zijn eigen verantwoordelijkheid", maar u sleept er op een aantal andere punten zó veel geld weg, bij voorbeeld door als ik het goed begrijp vanaf 1978

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 162