15 SEPTEMBER 1980 1631 toekomst hebben onze instemming. Met zekerheid kan gezegd worden dat nieuwe huisvesting na afloop van het huidige contract aanzienlijk meer kosten met zich zal brengen dan thans het geval is. Het lijkt ons wenselijk nu reeds te stellen dat dit gegeven op zich geen argument is voor subsidiever hoging." Deze visie van het college is door de raad onderschreven. Dat de V.V.V. op basis van het exploitatiesal do nu reeds geld gaat reserveren ter bestrijding van huisvestingsproblemen waarmee zij in de toe komst ongetwijfeld zal worden geconfronteerd acht ik een juiste handelwijze. Het gaat hier om een bestemmingsreserve, niet behorend tot het eigen vermogen ter egalisatie van exploitatie-uitkomsten. We hebben hier heel duidelijk te maken met een "spaarpotje" om de door ieder gesignaleerde toe komstige problematiek te zijner tijd aan te kunnen. Een en ander is naar mijn mening volstrekt in over eenstemming met het eertijds door de raad genomen besluit. In het desbetreffende raadsvoorstel staat ook expliciet dat de te treffen voorzieningen met betrekking tot de huisvesting in de toekomst onze instemming hebben. Het bedrag van 150.000,is nog niet bereikt, maar de V.V.V. zal gedurende een termijn van een aantal jaren moeten trachten een fonds van een bepaald bedrag te creëren. Men heeft het streefbedrag nu op 1 miljoen vastgesteld, wat de eigen verantwoordelijkheid van de V.V.V. is. Ik wil hierbij één kanttekening maken. Wanneer straks de gemeente Breda als gevolg van allerlei externe invloeden moet gaan bezuinigen, zou de V.V.V. daarvan uiteraard niet per definitie moeten worden uitgesloten. Ook de V.V.V. zal dan haar bij drage aan de bezuinigingen moeten leveren. Ik wijs er echter op dat intern als richtsnoer is gehan teerd dat de bezuinigingen pas op het allerlaatste ogenblik t- maar eigenlijk dient zulks te worden voorkomen t- ten koste van arbeidsplaatsen mogen gaan. In dit verband hebben we geconstateerd dat ons subsidiestelsel voor de V.V.V. alleen en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1631