1652 15 SEPTEMBER 1980 handelwijze van het college. Het is onbegrijpe lijk dat de andere fracties die tot nu toe aan het woord zijn geweest, hieraan geen aandacht hebben geschonken. Met betrekking tot de inhoud van de wijziging het volgende. De stedebouwkundige adviesraad heeft hierop forse kritiek geleverd, waarmee wij het in grote lijnen eens zijn. Het verweer van de gemeen te, als dat al wordt geboden, is ronduit zwak.. Deze kritiek behelst vooral de aantasting van het landschap. Van de aantrekkelijkheid van dit bij zondere landschap hoef ik niemand hier te overtui gen. Er worden bij de voorgestelde wijziging gro te plassen aangelegd die daar uit landschappelijk oogpunt niet passen, terwijl niet is aangetoond dat deze werken uit een oogpunt van goede water huishouding beslist nodig zijn. Een wezens vreemd element is voorts het bos dat door staatsbosbeheer zal worden aangelegd en onderhouden. Wij vinden dat de ten geschenke te geven bomen beter kunnen worden benut voor uit breiding of herbebossing van bijvoorbeeld het Mast- of het Liesbos. Kortom, in het bestaande, voornamelijk agrarische landschap zou naar onze mening geen wijziging mogen worden gebracht dan alleen ten behoeve van woningbouw en de daarbij direct noodzakelijke voorzieningen, waarbij deze dan wel met uiterste zorgvuldigheid dienen te worden ingepast De heer VAN DE STEENOVEN: Vindt de heer De Brouwer ook dat één van de noodzakelijke voorwaar den voor het creëren van een goede woonomgeving erop neerkomt dat er recreatiemogelijkheden dienen te zijn? Een bos valt daar volgens mij ook onder. De heer TEN WOLDE: Ik neem aan dat noch de heer Van de Steenoven, noch de heer De Brouwer het voorstel goed heeft gelezen. Het voorstel impli ceert namelijk geen besluit over het aan te leg gen bos: dat komt aan de orde bij het plan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1652