15 SEPTEMBER 1980
1661
"beroemde" besluitvorming ook ten aanzien van het
buitengebied een "mits" heeft ingebouwd. Ook in
dit verband kan de vraag worden gesteld waarom we
ons alleen bezig houden met het woongebied en
waarom het buitengebied nog niet aan snee is. Ove
rigens vind ik de prioriteitstelling van de heer
Garritsen tamelijk enghartig en niet juist. Welnu,
het buitengebied is nog niet aan sneeomdat we
intern ik wil dat niet verbloemen een aantal
problemen hebben, met name ten aanzien van de fi
nanciële invulling van beheersinstrumenten die we
voor het buitengebied zo graag willen realiseren.
De invulling van het buitengebied hobbelt wat ach
teraan, waardoor -de heer Goos heeft dat gesig
naleerd -T een discrepantie ontstaat en belangen
op elkaar botsen, met name in één van onze buiten
gebieden, het noordelijke landbouwgebied waarvan
de bewoners zelf om een ruilverkavelingsprocedure
hebben gevraagd. Die trein loopt en is niet tegen
te houden. De bewoners hebben om ruilverkaveling
gevraagd en er voltrekt zich nu een aparte proce
dure, die zich zelfs op een aantal punten buiten
Breda om ontwikkelt. Naar mijn mening moeten we
voor de mensen in het gebied, die daar recht op
hebben, zo veel mogelijk duidelijkheid scheppen.
Ook in dit kader -■*- en dan kom ik aan de techni
sche motivering is het goed dat de "omklapping"
op dit ogenblik tot stand komt.
De ruilverkaveling is een belangrijk aspect
en vanavond kunnen we te dien aanzien een bijdrage
tot duidelijkheid leveren. Overigens dit wel
licht ten overvloede -hoop ik dat we tijdens de
komende excursie van de commissies ruimtelijke or
dening en openbare werken, de volgende week vrij
dag, een kort moment vinden om over de concrete
problematiek van de ruilverkaveling, zij het onder
een "neut" in het informatiecentrum Haagse Beem
den, iets tegen elkaar te vertellen.
Misschien draagt deze benadering van het
structuurplan juncto het buitengebied ertoe bij
dat we de buitengebiedprocedure in de richting