15 SEPTEMBER 1980
1665
niet weg dat wij in het program-akoord heel duide
lijk met elkaar zijn overeengekomen intensief te
blijven bestuderen in hoeverre het mogelijk zal
zijn de militaire terreinen voor woondoeleinden
beschikbaar te krijgen. Mijn fout was misschien
dat ik deze opmerking van de heer Van de Steenoven
tegelijk met enige opmerkingen van de heer Garrit-
sen heb behandeld. Ik zet de militaire terreinen
niet in als alternatief voor de Haagse Beemden,
maar wij zullen moeten blijven onderzoeken of ze
beschikbaar zijn. We hebben ons daarmee al inten
sief beziggehouden en ik moet tot mijn spijt vast
stellen dat de laatste signalen die vanuit onze
continue procesgang met de militaire overheid naar
ons zijn toegekomen het volgende inhouden: de be-
schikbaarkoming van de militaire terreinen voor
woondoeleinden in Breda is zowel op korte als op
middellange termijn strikt onhaalbaar. Dit is op
dit ogenblik een ambtelijke constatering en ik heb
mij in overleg met de betrokken ambtenaren voorge
nomen de nu ter tafel liggende constatering bij de
minister van defensie te toetsen aan de beleids
beoordeling van dit soort dingen. Het voornemen
dat op dit punt in het programakkoord is neerge
legd zal inderdaad worden uitgevoerd.
Over Bavel-Dorst zal ik niet lang spreken.
Ik sluit mij wat dit punt betreft aan bij de woor
den van de heer Ten Wolde, zij het dat ik daarop
één correctie moet aanbrengenniet bij de vast
stelling in de staten van het streekplan voor
West-Brabant, maar bij de vaststelling in de sta
ten van de nota ruimtelijke hoofdstructuur het
streekplan moet nog komen zijn de slagingskan-
sen en de realiteitskansen van Bavel-Dorst als
woongebied voor Breda redelijk gerelativeerd.
Er zijn voorts opmerkingen gemaakt over de
woningdifferentiatie. Deze is nu niet aan de orde,
maar wanneer heel duidelijk is dat wij in een an
dere woningdifferentiatie moeten bouwen dan die
op dit ogenblik in het structuurplan Haagse Beem
den valide is -r ik heb dit al eerder in de raad