1666 15 SEPTEMBER 1980 gezegd moeten we het lef hebben de differen tiatie bij te stellen. Ik laat daarbij in het mid den hoe dat formeel in zijn werk moet gaan en of het in zo'n geval bijvoorbeeld nodig is het struc tuurplan te wijzigen. Ik geloof dat je dat lef moet hebben en ik heb daar niet eens een toezeg ging voor nodig. In de marge is de heer Van de Steenoven in gegaan op lichtpuntjes die hij in vorige opmer kingen van mijn kant heeft gezien. Hij blijft nu "lampionnen" te zien, als gevolg van een notitie die vrijdag bij hem in de bus is gevallen, geti teld "Geen nood. Woningen." Deze notitie kun je formeel of materieel benaderen. Als men mij vraagt of in deze notitie formeel het standpunt van bur gemeester en wethouder is neergelegd, antwoord ik daarop dat dit formeel niet het geval is. Toch is er iets waarvoor ik mijn nek durf uit te steken en mijn hand in het vuur durf te steken. Ik mag daar niet te veel over zeggen, maar toch wel een heel klein beetje. In het college hebben we een discussie gevoerd over bepaalde woonaspecten in de binnenstad, waarbij het "item" van het bouwen van goedkope woningen voor bepaalde bevolkingscatego rieën aan de orde is geweest. Tegen de achtergrond van die discussie maar ik neem dit helemaal voor mijn persoonlijke rekening heb ik de in druk dat ik bij de presentatie in de geest van het college van burgemeester en wethouders handel. Ik meen de heer Van de Steenoven hiermee ruimhartig te hebben geantwoord. Vervolgens enkele korte opmerkingen naar aan leiding van de woorden van de heer De Brouwer. Zijn opmerkingen waren in het algemeen enigszins denigrerend, iets waaraan hij, denk ik, zelf he lemaal niets kon doen. De staatssecretaris heeft bij brief medegedeeld dat hij, vrij simpel gezegd, het licht voor de derde fase op groen zet en dat hij bereid is het voor groeisteden gebruikelijke instrumentarium aan te bieden. Als de heer De Brouwer er in één adem bij zegt "wat dat ook moge

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1666