1668 15 SEPTEMBER 1980 enthousiast over zijn. Over het bos zullen we niet praten. "Het landschap moet zelf tot recreatie uitnodigen" moge een leuke kreet lijken, maar men moet wel in het oog houden wat de kosten dan zou den kunnen zijn. Als men 30.000 bewoners met hun recreatieook buiten hun directe woonomgeving op het agrarisch en landschappelijk gebied wil en ten, vraag ik mij af hoe dat zich op langere ter mijn zou kunnen voltrekken. Tot slot een paar woorden naar aanleiding van de bijdrage van de heer Garritsen. Naar zijn me ning is de dienst openbare werken zich aan het vertillen. Je zou je kunnen afvragen of dat waar is en, zo ja, of dat dan alleen komt doordat men met de Haagse Beemden bezig is. Het zou wel eens kunnen zijn dat men zich ook aan andere dingen, waarvan ook de heer Garritsen op de hoogte is, zou kunnen vertillen. Ik vind dit een opmerking die ik op dit ogenblik helemaal op haar waarde kan schat ten. De heer Garritsen heeft eigenlijk helemaal geen behoefte aan de structuurplanwijziging en "focust" zich op de binnenstad, maar ik ben altijd nog blij dat de dienst openbare werken, de dienst beplantingen en het projectbureau zich zo inten sief zowel met de binnenstad als met de Haagse Beemden kunnen bezighouden als nu in de praktijk blijkt. We kunnen natuurlijk tegen elkaar blijven praten over kaalslag en over gaten in de binnen stad: men zou ook eens een keer eerlijk moeten zijn en om zich heen moeten kijken naar wat er in de praktijk gebeurt of en-dat is nog meer - gaat gebeuren, Ik vind dat de heer Garritsen te kort doet aan een aantal mensen in Breda, ook Bre- danaars, in de Haagse Beemden, als hij zegt dat aan de "omklapping" geen prioriteit moet worden gegeven. Als we niet het lef hebben tegelijkertijd te werken aan zowel het woongebied als het buiten gebied, dat in feite onverbrekelijk met het woon gebied verbonden is, en als we de derde fase maar laten zitten omdat de binnenstad onze prioriteit heeft, dan maken we, denk ik, grote stukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1668