15 SEPTEMBER 1980
1671
het voorstel in zijn geheel akkoord te gaan. Dat
is in feite wat wij nu ook doen.
De heer GOOS: In mijn kleine betoog heb ik
slechts enkele vragen gesteld en ik heb daarop een
zeer duidelijk antwoord gekregen. Ik ben blij met
de beantwoording, vooral op het punt van de RWZ.
De wethouder heeft terecht gezegd dat maatregelen
tegen de stankoverlast ook voor de huidige bewo
ners van essentieel belang zijn. Ook verheugt het
mij dat. de beantwoording op het punt van het be
houd van de huidige beplanting duidelijk is ge
weest
Tot slot, mijnheer de voorzitter, nog een
vraag aan uw adresIk heb begrepen dat ik straks
even wegga, maar als u mij kunt toezeggen dat u
direct de vergadering gaat beëindigen, hoef ik
maar één keer weg te gaan; anders zit ik er twee
keer mee!
De heer GARRITSENIn eerste termijn heb ik
geconstateerd dat de dienst openbare werken zich
mogelijk aan het vertillen is. Dat is niet alleen
waarschijnlijk omdat ik het zeg: uit een aantal
artikelen in het blad "Bouw" blijkt dat de dienst
openbare werken voor een behoorlijk zware opgave
staat. Ik noem in dit verband ook de invulling in
de binnenstad van de gebieden Leuvenaarstraat/
Middellaan, Beyerd/Vlaszak en Achter de Lange Stal
len; er kan in dat opzicht zeker van traagheid
worden gesproken.
Het is niet zo dat ik principieel tegen een
derde fase ben. Het gaat mij erom dat uitvoering
van de eerste en de tweede fase volgens de huidige
plannen niet tot een oplossing van de problemen
zal leiden. Naar mijn mening is het nodig de eer
ste en de tweede fase bij te stellen, om leegstand
te voorkomen en om de problemen waar je politiek
voor staat op te lossen. De wethouder heeft met
een plan dat onlangs is gepresenteerd en waar ik
het nu niet over wil hebbeneen klein begin