24 SEPTEMBER 1980 1691 maakt over de bij de burgerij bestaande onduide lijkheid over de rechtsorde, snap ik niet dat u bezwaar maakt tegen een cassatieberoep. Wanneer namelijk een uitspraak van een rechterlijke in stantie zeer veel discussie in de samenleving op roept, is het naar mijn mening juist zeer noodza kelijk dat je in beroep gaat, om écht duidelijk heid te verkrijgen. De heer TAKSDeze opmerking heeft het karak ter van een interruptie en er mag dus op worden geantwoord Ik denk dat het erg moeilijk is elkaar met betrekking tot deze kwestie te overtuigen. Het standpunt van de P.v.d.A. ligt duidelijk vast en het standpunt van de V.V.D. ook. Het standpunt van het C.D.A. is misschien nog beïnvloedbaar door wat ik heb gezegd. Omdat ik hoop dat het C.D.A.-stand punt door mijn woorden zal veranderen, heb ik zo'n uitgebreid betoog gehouden. Er gaapt nu eenmaal een brede kloof tussen de Partij van de Arbeid en de V.V.D.dat is bekend. De Partij van de Arbeid belegt ledenvergaderingen in kraakpanden, de V.V.D.- doet dat niet, waarmee op markante wijze is aange toond hoe zeer de opvattingen uiteenlopen. Ik wil nog één opmerking hierover maken, spe ciaal aan het adres van de P.v.d.A.; ook uiteraard wel aan het adres van de P.S.P., maar daar besteed ik verder geen moeite meer aan, wat de heer Garrit- sen mij niet kwalijk zal nemen. Het is een buiten gewoon bedenkelijk verschijnsel dat een grote par tij als de Partij van de Arbeid als het om kraken gaat de ogen sluit voor het feit dat het eigendoms recht mede de grondslag vormt van de Nederlandse rechtsorde. Ik heb al gezegd dat aan de uitoefe ning van dat recht beperkingen kunnen worden ge steld, maar alleen bij wet of krachtens de wet. Het is volstrekt in strijd met de rechtsorde als via eigenrichting t-t- en dat is^ kraken inbreuken op het eigendomsrecht worden gemaakt. Ik vind het verwerpelijk dat een partij als de Partij van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1691