24 SEPTEMBER 1980 1693 de verordening. Wat is er nu gebeurd? Het Hof in Den Bosch heeft een uitspraak op heel andere gron den gedaan. In het college is toen gesproken over een vraag die ook in de vergadering van 11 septem ber aan de orde is geweest, namelijk of de gemeente al dan niet tot het instellen van beroep in cassa tie moet overgaan. Er zou beroep in cassatie wor den aangetekend als er enige opening zou zijn die zo'n beroep zou rechtvaardigen. Welnu, het advies van de cassatie-advocaat is zodanig uitgevallen, dat er inderdaad sprake is van enige opening. Het is nu eenmaal zo dat er rechtswegen zijn en dat je die tot het einde toe kunt bewandelen. In dit ge val heeft de meerderheid van het college zich op het standpunt gesteld de onderhavige rechtsweg te moeten inslaan. Hoewel ik niet alle vragen heb beantwoord, meen ik het hierbij in eerste instantie te kunnen laten. Mevrouw SAELMAN-BOELENNaar aanleiding van het betoog van de heer Taks zou ik willen vragen of het college de door hem bedoelde rechtsonzeker- heid in de komende interimperiode kan wegnemen door een bepaald beleid voor te stellen. De heer KAMMERAATAanvankelijk had ik niets meer willen zeggen, maar ik geloof dat er, zoals ook weer uit deze vraag blijkt, een aantal misver standen in het spel is. Het betoog van de heer Taks komt op het volgende neer: er is nu zekerheid en als wij een uitspraak van de Hoge Raad zouden vra gen is er geen zekerheid. Dat is niet juist. Het arrest van het gerechtshof is bij voorraad uitvoer baar, hetgeen wil zeggen dat het direct ingaat en dat het beroep bij de Hoge Raad geen opschortende waarde heeft. Er is op het ogenblik geen enkele onzekerheid en ik heb ook niet bij het college be luisterd dat het handelt alsof dat wêl het geval is, De heer Taks is kennelijk bang want anders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1693