1696 24 SEPTEMBER 1980 kunnen worden gesteld. Dat is de aangewezen weg in een democratische samenleving. Als burgers via eigenrichting te werk gaan en het recht in eigen hand nemen, is dat volstrekt onaanvaardbaar. Dat is ons grote bezwaar. De heer HENDRIKSENGelukkig blijft de maat schappij niet alleen maar in leven door allerlei bestaande rechtsordes, maar is er ook nog zoiets als een maatschappelijke kracht die op veranderin gen uit is. In dit verband wijs ik bij wijze van voorbeeld op de abortuswetgeving: je ziet duide lijk dat maatschappelijke ontwikkelingen niet in dezelfde pas lopen als wat er juridisch binnen de rechtsorde wordt "uitgevogeld"Dit is het ver schijnsel waarop ik onder meer doel: het kan op een gegeven ogenblik zo zijn dat hetgeen zwart-op- wit in allerlei regelingen vast ligt, niet meer in de pas loopt met maatschappelijke ontwikkelingen. Ik denk dat dit, behalve op het gebied van de abor tus, ook duidelijk het geval is op het gebied van de kraakbeweging. Je kunt, zoals de heer Taks doet, zeggen dat daarin anarchistische tendensen te ontdekken zijn. Ik wil dat helemaal niet ontkennen, maar ik vind wèl dat je dan zuiver moet redeneren: je moet dan analyseren waar de kraakbeweging vandaan komt, waar de oorzaken liggen en waar de wortels van het ontstaan van die beweging te vinden zijn. Als je ziet welke woonproblematiek er is, in welke situ atie jongeren thuis verkeren, waarvoor jongeren gemotiveerd zijn en met welke problemen ze in aan raking komen, kun je het kraakwezen in Nederland beter plaatsen en kun je ook begrijpen waar die anarchistische tendensen te vinden zijn en waarom ze optreden. Overigens één van de fractieleden heeft mij daarover wat angstig benaderd heb ik niet van de heer Taks begrepen dat hij de Partij van de Arbeid of de P.v.d.A.-wethouders in het college anarchistisch denken verweet. Ik denk dat dat ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1696