24 SEPTEMBER 1980 1699 De heer GARRITSEN: Het gaat mij om het vol gende. Als iemand in een woning woont, is het niet essentieel of hij daar al dan niet met een geldige huurovereenkomst zit. De heer TAKS: Voor het Nederlandse recht wel.' De heer GARRITSEN: Voor het beleid ten aan zien van de mensen die erin zitten, maakt het niets uit. Op het moment dat ze er niet uitgezet hoeven te worden, maakt het niets uit. Ik denk dat je een gevaarlijke weg inslaat als je zegt dat de eigenaar maar moet beslissen of er al dan niet tot levering van nutsvoorzieningen zal worden overge gaan. Naar mijn mening dit aspect is vanavond nogal naar de achtergrond verdwenen heeft de gemeente in het kader van haar publiekrechtelijk functioneren tot taak voor dergelijke voorzieningen zorgen. Je gaat een vreemde weg bewandelen als je levering van nutsvoorzieningen van het eigendoms recht afhankelijk stelt. Dit is voor wat de V.V.D. betreft een bekende invalshoek, maar naar mijn me ning mag je je politieke wensen niet laten bepalen of mensen aansluitingen krijgen. Die weg dient te worden afgewezen. Wethouder BROOIMANS: Ik denk dat ik er gauw van af ben.' Mevrouw Saelman heeft een vraag gesteld over het te voeren beleid in de interimperiode. Ik ben van mening -t- en ik geloof dat het grootste gedeel te van het college dat met mij eens is dat er tot nu toe een goed beleid is gevoerd en dat dit beleid in de toekomst moet worden voortgezet. Mevrouw SAELMANvBOELENLegt u dan de uit^- spraak van het Hof naast u neer? Wethouder BROOIMANSDie leg ik niet naast mij neer, maar we komen bij de agendapunten 50 en 51 nog op deze kwestie terug.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1699