169 24 JANUARI 1980 daartoe zelf niet komt, heb ik het college uitge nodigd een initiatief te nemen, opdat enkele "wij ze lieden" lieden die op een gegeven ogenblik op verschillende gebieden bijdragen kunnen leve ren gaan kijken hoe we eruit kunnen komen. De reactie van de wethouder, die heeft gezegd dat hij deze suggestie in zijn achterhoofd zal meenemen, vind ik te beperkt. Ik wil van de wethouder be slist de toezegging hebben dat, wanneer het be stuur van N.A.C. niet binnen korte termijn met een voorstel bij de gemeente komt, het college het initiatief zal nemen. Ik zou de wethouder met klem willen verzoeken een dergelijke toezegging te doen. De heer DE BROUWER: In het begin van zijn be antwoording in eerste instantie heeft de wethou der gesproken over de waarde van het betaald voet bal voor de passieve recreatie, in welk verband hij van enige "vervelende bijverschijnselen" mel ding heeft gemaakt. Ik geloof echter dat je niet van bijverschijnselen kunt spreken. Het gaat hier om het ziektebeeld dat veel clubs in de sector van het betaald voetbal vertonen. Ik vind het nog altijd erg jammer dat de wethouder in de commis sie een discussie met mij over kwaliteitsnormen die je bij subsidiëring zou moeten stellen, uit de weg is gegaan. De wethouder geeft toe dat hij geen visie kan geven op de ontwikkelingen die in het betaald voetbal zullen plaatsvinden. Welnu, dan is er alle reden om het voorstel aan te houden. Ik vind dat de raad pas een beslissing kan nemen als hij een visie heeft, en niet eerder. Tot slot nog dit: het is mij opgevallen dat een aantal fracties N.A.C. niet tegen elke prijs wil laten voortbestaan, maar dat niemand de moed heeft om dan wèl een prijs te noemen. Ik vind dat ergerlijk. Mevrouw SAELMAN-BOELENNaar aanleiding van een opmerking over de brief var. het bestuur van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 169