16 21 JANUARI 1980 dat daarvoor nog geen oplossing is gevonden en ik ben het met de heer Koertshuis eens dat de spoed die in dezen vereist is een interpellatie recht vaardigt, los van de vraag of nu al een structure le oplossing zou kunnen worden gevonden. Tijdens de interpellatie kunnen wij eventueel vaststellen dat bij de begrotingsbehandeling over verdere op lossingen dient te worden gesproken, zoals de heer Hendriksen al suggereerde. Vervolgens ben ik het met de fractie van de Partij van de Arbeid eens dat een interpellatieverzoek in principe dient te worden ingewilligd, ook al belijdt die fractie dat op dit moment nu niet zozeer in de praktijk. Ik vind het een slechte zaak dat het C.D.A. en uiteindelijk vermoedelijk ook de Partij van de Arbeid het houden van deze interpellatie niet wil len toestaan. Het argument dat nu naar voren wordt gebracht, namelijk het tijdsaspect, De heer EISSENS: Tussen "ontraden" en "niet toestaan" zit een groot verschil! De heer GARRITSENWij zullen straks bij de stemming wel zien waar het op uitdraait. Wij heb ben het ook al eens meegemaakt dat de V.V.D. op grond van het tijdsaspect tegen het houden van een interpellatie was. Ik wil er bij alle fracties op aandringen in principe het houden van interpella ties coe te staan, wanneer de fractie die het des betreffende verzoek indient dat van belang vindt. De heer TEN WOLDE: De heer Garritsen inter preteert nu niet helemaal juist wat er indertijd is gebeurd. Voor wat betreft de interpellatie die hij in september wilde houden waren er in de com missie reeds afspraken gemaakt over de procedure die. zou worden gevolgd. Zijn interpellatieverzoek was een doorkruising van de gezamenlijk afgespro ken procedure. De heer GARRITSEN: De fractie van de Partij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 16