1700 24 SEPTEMBER 1980 De heer Garritsen heeft bij dit voorstel de levering van nutsvoorzieningen ter sprake gebracht, waarmee hij naar mijn mening buiten de orde is. Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming gebracht en met 28 tegen 7 stemmen aangenomen. VOOR hebben gestemd: de heren Martens, Vee- lenturf, Van den Broek, Römkens, De Brouwer, Van Dun, Van Dongen en Van Duijl, mevrouw Den Ouden-Jansenmevrouw Saelman-Boelen, de he ren Van de Steenoven en Schuring, mevrouw Stutterheim-Edeling, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Crul, Welschen, Hendriksen, Oomen, Dreef, PaquaijVan den Wijngaard, Kammeraat, Brooimans en Garritsen, mevrouw Paulussen, mevrouw Elie-van Es en de heer Gielen. TEGEN hebben gestemd: de heren Koertshuis Peeters, Taks, Sandberg, Van Banning, Van Asseldonk en Suurmeijer. 39. bijlage nr. 333. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONGEGRONDVERKLARING VAN HET BEROEP VAN M.F.J. HERMANS TEGEN DE WEIGERING VAN EEN BOUWVER GUNNING OP PERCEEL TERHEIJDENSEWEG 152. (D) De heer OOMEN: Onze fractie neemt ten aanzien van dit voorstel een niet helemaal eensgezind standpunt in. Dit heeft tot gevolg dat enkele le den van de fractie zich afvragen of zij het voor stel wel kunnen steunen. Op bladzijde 2 van het voorstel lees ik: "Het nog verder verbreden aan de voorzijde van de dakkapel is uit een oogpunt van welstand niet aanvaardbaar." Men zal zich herin neren dat er in deze raad in het verleden veel over dakkapellen is gesproken. Een aantal leden van onze fractie vraagt zich af wat "uit een oog punt van welstand" betekent. Wat is nu echt mooi en wat is lelijk? Het is de vraag of het in dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1700