1704
24 SEPTEMBER 1980
Mevrouw DEN OUDEN-JANSEN: Dat is juist.
Voldoende ondersteund zijnde maakt het orde
voorstel van mevrouw Den Ouden-Jansen onder
werp van beraadslaging uit.
De heer GARRITSEN: Het feit dat één lid van
een fractie afwezig is vind ik een uitermate zwak
argument voor aanhouding van een voorstel. Er had
toch, zeker in een grote fractie, wel enig over
leg kunnen plaatsvinden, waarbij men een weg had
kunnen vinden om de gewenste inbreng toch te leve
ren. Ik vind het hier gebruikte argument erg merk
waardig en ik sta vrij negatief tegenover het or
devoorstel. Hoewel ik in beginsel vaak ordevoor
stellen steun....
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Ik vind doorlopend
de voorstellen van de heer Garritsen merkwaardig'
De heer GARRITSEN: Nee, ik....
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Het is niet "nee",
het is wél zo.'
De heer GARRITSEN: Het gaat mij erom dat u
met een fractie van zeventien mensen bent. Ik vind
het merkwaardig dat zo'n grote fractie, als één
lid er niet is, de behandeling van een niet zo
veelomvattend agendapunt niet kan opvangen en dat
men dan voorstelt de zaak te verdagen. Ik vind
dat een weinig sterk optreden.
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Wij kunnen het
allemaal, maar niet zo goed als Jacques. U denkt
natuurlijk dat wij allen specialist zijn. We heb
ben hier maar één specialist in de raad en dat is
de heer Garritsen: die is bekend met alle zaken,
maar of het hout snijdt betwijfel ik somsJ
De VOORZITTER: Nu gaan we weer verder met de