24 SEPTEMBER 1980
1715
inspraakprocedure.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik zal mij in
tijd aanpassen aan de tijd die u ook zichzelf gunt.
Het gaat om een voorbereidingsbesluit en het col
lege zou het erg op prijs stellen als het voorbe
reidingsbesluit metterdaad zou worden genomen.
Daarnaast is er een motie, ondertekend door P.S.P.,
P.v.d.A, en D'66. Ik moet mededelen dat het colle
ge in algemene zin moeite met deze motie heeft,
zij het enigszins genuanceerd. Met name heeft toch
zeker een deel van het college grote bezwaren
en eigenlijk een onoverkomelijk bezwaar te
gen hetgeen onder nr. 2 aan het college wordt ver
zocht: het ter discussie stellen van de bouw van
een parkeergarage. De raad heeft een- en andermaal
tot die bouw besloten, wat ook is vastgelegd in
het structuurplan voor de binnenstaddat in het
politiek akkoord een bepaalde betekenis heeft. Dit
punt 2 ligt bij het college bijzonder moeilijk.
Aangaande de inspraak bij de bestemmingsplan
voorbereiding als zodanig wil ik opmerken dat men
door dit soort moties geen overtrokken verwachtin
gen naar buiten moet wekken. In feite betreft het
een kwetsbaar en klein gebied, waarover het struc
tuurplan zeer duidelijk is: er kunnen zich twee
functies afspelen, te weten de parkeergarage en
het wonen. Dit betekent dat de marge voor de in
spraak van structuurplan naar bestemmingsplan re
delijk klein is; ik geloof dat we dat tegen elkaar
moeten zeggen. Desalniettemin zijn wij best bereid
de raad een notitie over te leggen op basis waar
van binnen deze marge duidelijk zou kunnen zijn
wat hier aan inspraak of meepraten kan worden ge
daan, Dit zal in ieder geval ruimer zijn dan het
onder 4 bedoelde.
Vanwege de beknoptheid en de tijd die ons al
len dringtf wil ik het hierbij laten.
De heer GARRITSENEr heeft verder nog niemand
het woord gevraagd, maar aangezien ik de motie heb