1716 24 SEPTEMBER 1980 ingediend, lijkt het mij zinnig dat ik het stand punt van de fracties van C.D.A. en V.V.D. ken voordat ik het woord voer. De VOORZITTER: Ik neem aan dat iedereen zich in tijd aan het beperken is, want anders was het ordevoorstel van de heer Crul, denk ik, niet no dig geweest. De heer VAN ASSELDONK: Ik zal een stemverkla ring over de motie afleggen. Wij kunnen het eens zijn met wat u, mijnheer de voorzitter, hebt ge zegd. We vragen ons alleen af hoeveel tijd het zal kosten te voldoen aan het verzoek onder 1Ik meen dat er meermalen inspraak over dergelijke bestemmingsplannen wordt georganiseerd, zodat er eigenlijk een sjabloon zou moeten liggen, wat tijdsbesparend zou kunnen werken. Het kan nuttig zijn dat het college een hopelijk niet te dik ke J notitie opstelt, maar punt 2 is ook voor onze fractie onaanvaardbaar, aangezien de raad reeds drie keer over de parkeergarage heeft ge sproken en besloten. Mevrouw DEN OUDEN-JANSENOok in onze fractie is de motie besproken. Onze opvatting komt overeen met wat de heer Van Asseldonk heeft gezegd. Wij gaan met de motie niet akkoord. De heer GARRITSENGezien de tijd wil ik niet uitvoerig op de materie ingaan. De discussie over de parkeergarage is voor mij en voor de andere fracties die de motie hebben ondertekend, een be langrijk gegeven, maar we menen dat er in ieder geval een vorm van inspraak moet komen. Wij achten het belangrijk dat het college in een notitie zal uiteenzetten welke aanpak het in dezen wil volgen. Ik stel voor in de motie onder "verzoekt het col-v lege" het gestelde achter 2 te laten vervallen en vervolgens de motie in stemming te laten komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1716