1759 16 OKTOBER 1980 reactie geleid die als ik het goed heb begrepen ongeveer op het volgende neerkomt: omdat de kra ker in een underdogpositie verkeert is hij ge rechtvaardigd zich aan de rechtsregels te onttrek ken. Ik moet dan opnieuw constateren dat een der gelijk standpunt mij een raadsel is. Misschien kan de heer Hendriksen proberen mij uit leggen hoe hij dit bedoelt. Met zo'n argument kun je bijvoor beeld zeggen dat iemand die minder geld heeft ge rust wag mag afpakken van iemand die meer heeft. De heer GARRITSEN: Maar hoe ziet u dan het fenomeen kraken als de anonimiteit wordt opgehe ven? De heer KAMMERAAT: Ik denk dat dan het feno meen kraken verdwijnt en dat moet ook. De heren Garritsen en Hendriksen hebben betoogd dat het kraken niet op zichzelf moet worden beschouwd, maar dat er ook een andere kant van de medaille is. Ik heb daar helemaal geen moeite mee. Er is een andere kant van de medaille en dat is de leeg stand. De leegstand gaat ook ons ter harte, maar een uitvoerige bespreking van de leegstand is hier op het ogenblik niet aan de orde. De leegstand is een technische zaak waarover we naar ik aanneem bijvoorbeeld bij de behandeling van de nota volks huisvesting wel zullen komen te spreken. Als men er een algemene opmerking over wil horen, heb ik die nu gegeven, maar het gaat daar hier niet om. We moeten inderdaad van de anonimiteit af, want dat is een verkeerde zaak. De heer EISSENS: Misschien mag ik even aan sluiten bij deze opmerking van mijn collega Kamme- raat. Als de krakers uit de anonimiteit komen, zal er ook veel meer begrip voor ze komen. Wanneer ze in alle openheid over de dingen durven te pra ten, wanneer ze hun nek durven uit te steken en wanneer ze echt voor hun problemen opkomen, zullen ze veel meer begrip ontmoeten dan wanneer ze zich,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1759