16 OKTOBER 1980 1762
gezegd dat de ene partij het recht van de eigen
a
dom verdedigt en de andere partij het recht van
wonen. Ik vind echter dat we er de nadruk op moe
ten leggen dat het hier vanavond eigenlijk meer
-
gaat om het verdedigen van een rechtsstaat. Er
Ls
zijn uitspraken gedaan en ik denk dat alle partij
Bt,
en het met mij eens zullen zijn dat ze, wanneer
a—
zij in een situatie zouden verkeren waarin ze ge
lijk van de rechter zouden hebben gekregen, óók
zouden willen dat de gedane uitspraken zouden wor
-
den uitgevoerd. Om die reden zijn wij tegen voor
-
stellen tot verandering.
ti
De heer GARRITSEN: Dat stond hier niet ter
ll
discussie. De cassatiezaak loopt gewoon; daar be
el
staat helemaal geen verschil van mening over.
Mevrouw SAELMAN-BOELENDit is toch een ont
ken
duiking van de uitspraken die door de rechtbank
en het Hof zijn gedaan.
ts
Wethouder BROOIMANSIk constateer dat de da
mes en heren meer tegen elkaar hebben gesproken
el-
dan tegen het college.
ek
et
De heer GARRITSEN: Maar het is toch een ini
r
tiatiefvoorstel van de P.v.d.A., ondersteund door
mij
én
De VOORZITTER: Dat is duidelijk. Daar bestaat
e
geen verschil van mening over.
Wethouder BROOIMANSDat staat nog steeds
n
overeind; ik heb er geen moeite mee. De heer Hen-
driksen heeft mij "afgekat" vanwege mijn antwoord
aangaande het effect ten voordele van eigenaren
n
dan wel van krakers. Ik wijs hem erop dat mijn
n-
opmerkingen betrekking hadden op punt 3.2.
De heer HENDRIKSEN: Ik zal een nadrukkelijk
pleidooi voor de verdediging van de rechtsstaat