1763
16 OKTOBER 1980
houden, zeker in de richting van het C.D.A. De
P.v.d.A. neemt het standpunt in dat burgers niet
gerechtvaardigd zijn zich aan de rechtsregels te
onttrekken. Dat is zo helder als een klontje. Ik
kom dan vervolgens tot de vraag of krakers ge
rechtvaardigd zijn zich aan rechtsregels te ont
trekken. Als ik de situatie op een rij zet, weet
ik zeker dat er onder bepaalde omstandigheden een
sociaal recht is om zich aan rechtsregels te ont
trekken. Eerder in deze discussie heb ik al ver
wezen naar de abortuswetgeving. Het kan in een
rechtsstaat gebeuren dat op een gegeven ogenblik
allerlei wetten en rechterlijke uitspraken gaan
achterlopen bij maatschappelijke ontwikkelingen.
We weten allemaal waar hem dat in zit. Het heeft
bijvoorbeeld te maken met het feit dat een rege
ring niet in staat is een daaraan verbonden poli
tiek probleem op te lossen. In zulke situaties
zien we dat de normale gang van zaken op straat
en in de stad zich eigenlijk niet meer verhoudt
met wat in rechtsregels vastligt. Eigenlijk zijn
we het er met ons allen over eens dat dat maar zo
moet zijn totdat de politiek uitspraken heeft ge
daan. Zo ligt het volgens de Partij van de Arbeid
ook in de onderhavige situatie.
De heer Kammeraat heeft nog een belangrijke
opmerking gemaakt, namelijk dat de leegstand het
C.D.A. ter harte gaat. Hij heeft daaraan toege
voegd dat het doen van dergelijke uitspraken op
dit ogenblik eigenlijk niet aan de orde is. Wij
hebben in vorige vergaderingen al heel wat over
de Leegstandswet afgepraat, maar vanavond wordt
van de kant van de C.D.A.-fractie voor de eerste
keer gezegd dat de leegstand ook haar ter harte
gaat. Ik vind dat een belangrijk feit.
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Dan hebt u blijk
baar niet dikwijls de vergaderingen van de com
missie bedrijven bijgewoond, waar dat meermalen
is verklaard. Ik verzoek de heer Hendriksen de
notulen van die vergaderingen te lezen.