16 OKTOBER 1980
1770
moeten worden aangevuld. Er heeft echter zo veel
materiaal ter visie gelegen dat voor onze fractie
toch duidelijkheid is ontstaan omtrent deze bouw-
vergunningsaanvrage
De betrokkene oefent thans een agrarisch be
drijf uit, groot 8.40 ha, waarvan hij 2 ha verkoopt
met de daartussen gelegen gebouwen. Er resteert
dan nog 5 ha. Ik vraag mij in de eerste plaats af
of het niet beter ware geweest als de betrokkene
eerst eens goed de mogelijkheden had bezien van
ontwikkeling van een nieuw bedrijf, namelijk een
tuinbouwbedrijf, op die 5 ha. In 1976 was deze man
voornemens een kleine schapenfokkerij te beginnen,
maar hij is van die gedachte afgestapt. Thans, in
1980, laat hij de Adviescommissie Agrarische Bouw-
aanvragen weten dat hij wil beginnen met een tuin
bouwbedrijf. Op pagina 2 van het stuk lees ik het
volgende: "Over het teeltplan heeft de Adviescom
missie Agrarische Bouwaanvragen meegedeeld, dat
daar geen concrete mededelingen over konden worden
verschaft." Het zou vervelend zijn als dat verkeerd
werd begrepen, in die zin dat de commissie ons be
paalde mededelingen heeft onthouden. Velen zullen
echter met mij begrijpen dat de betrokkene niet
duidelijk aan de commissie heeft kenbaar gemaakt
wat hij in de toekomst als tuinder wil ondernemen.
Vervolgens heb ik geen antwoord gekregen op
de vraag waarom niet is geprobeerd in Bavel op het
resterende gedeelte een ander bedrijf te beginnen.
Dat de man in kwestie wil veranderen is uiteraard
zijn zaak en zijn zorg. Hij meent in het gebied
van het bestemmingsplan Wolfslagtiend volledig de
ruimte te kunnen vinden voor datgene wat hij wil
gaan ondernemen, gelet op het feit dat in dat be
stemmingsplan ruimte is geschapen voor agrarische
doeleinden A en B. Hij heeft een bouwaanvrage in
gediend voor een woning met bedrijfsgebouwen. Die
aanvrage voldoet aan de eisen, wat ook wordt er
kend, maar uit het advies van de Adviescommissie
Agrarische Bouwaanvragen blijkt dat er twijfel be
staat omtrent de bedoelingen. Het perceel