16 OKTOBER 1980 1772 onmogelijk dat voor een ander hard te maken. e- n De heer TEN WOLDEDe heer Goos begon met de opmerking dat de vorige raadsvergadering kennelijk de vereiste deskundigheid niet in de raad aanwezig was. Ik wil mij ook zeker niet als deskundige op werpen, maar ik moet wel constateren... en. 1- De heer GOOS: Ik heb mijzelf direct verbeterd lit en gezegd dat naar men beweerde binnen het C.D.A. iat de vereiste deskundigheid niet aanwezig was. n en De heer TEN WOLDE: Dat is een leuke aanvul ling! i- Ik wil graag opmerken dat wij toch wel des- ik- kundig hadden kunnen zijn, aangezien een probleem ch- als dit niet voor het eerst op onze tafels ligt. tg Overigens wil ik wel erkennen dat zaken als deze h niet gemakkelijk zijn te beoordelen. Ie- De vorige keer hebben wij opgemerkt dat je 'an bij dit soort kwesties gemakkelijk in een patstel ling, in een welles-nietes-situatieterecht komt, >e- waarbij één van de partijen een procedure tegen de j gemeente gaan aanspannen; in dit geval is dat ken nelijk de belanghebbende. In zo'n situatie moet je ;e mijns inziens goed overwegen wat je doet. In de le- commissie en ook in onze fractie heeft met name ;n dat punt centraal gestaan. Ik wil nu niet elke consequentie in verband met een besluit als dit bij de beoordeling betrekken. Persoonlijk wil ik mij niet begeven op het glibberige pad waarop de :>os heer Goos zich wel even bewoog, toen hij de veron derstelling uitsprak dat er sprake zou zijn van le- negatieve bedoelingen. Daar gaat het nu helemaal niet om, maar het gaat om de vraag of een procedu re die tegen de gemeente wordt aangespannen wel of niet haalbaar is. Ik wil hierbij nog even het ge- val-Floren betrekken. Wij hebben die zaak verloren 1- en ook in dat geval had de Adviescommissie Agrari sche Bouwaanvragen een advies gegeven, waarin de rentabiliteit van het betreffende bedrijf ter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1772