16 OKTOBER 1980 1776 het toch rendabel exploiteren van zo'n klein ge bied grote deskundigheid vraagt en met name ook ervaring. De commissie Agrarische Bouwaanvragen betwijfelt mijns inziens niet geheel onterecht of de deskundigheid die voor het rendabel uitoefenen van een dergelijk bedrijf op dat kleine gebied wel bij de aanvrager aanwezig is. De heer TEN WOLDE: Ik wil hier even op ingaan, want juist om deze constatering gaat het. De heer Van de Steenoven stelt enerzijds dat het niet op de weg van de aanvrager ligt om het een en ander hard te maken, maar anderzijds trekt hij de con clusie dat een bedrijf van 5 ha te klein en niet levensvatbaar is. Ik ben van oordeel dat noch de heer Van de Steenoven, noch de heer Goos, noch ik die conclusie hard zou kunnen maken. De heer VAN DE STEENOVEN: Ik wil zeker niet ontkennen dat er sprake is van een stuk onzeker heid. Er is evenwel een ter zake kundige commissie die een advies heeft uitgebracht, zoals ten aan zien van welstandsaangelegenheden de welstandscom missie advies uitbrengt. Moeten wij het uitge brachte advies maar zonder meer naast ons neerleg gen? Ook daarvoor hebben we argumenten nodig. De heer DE BROUWER: Een advies zonder argu menten is geen advies. De heer VAN DE STEENOVEN: Daarmee kunnen we het weer doen! Ik betreur het met de heer De Brou wer dat er geen duidelijke motivering is gegeven, maar ik heb voor mijzelf nagegaan welke de redenen zijn geweest op grond waarvan de commissie tot haar advisering is gekomen. Zoals ik al heb aan gegeven kan ik een heel eind met de heer Goos mee gaan, want het is duidelijk dat het heel wat des kundigheid en vaardigheid vereist om op zo'n klein terrein een tuinbouwbedrijf rendabel te runnen. Dat is geen sinecure en daarvoor is echt de nodige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1776