1789 16 OKTOBER 1980 voor zichzelf alles goed te organiseren. In de richting van het C.D.A. kan ik in aan sluiting op het voorgaande zeggen dat niet-leden, bijvoorbeeld jeugdgroepen die we met het tennis kennis willen laten maken en bij tennisintroduc- tie willen betrekken, een kans dienen te krijgen, zonder dat zij per se lid van een vereniging moe ten worden. De accommodatie die nu aan de orde is zal dan ook niet een gesloten geheel mogen worden, dat alleen voor leden van de vereniging bereikbaar is. Zwart op wit is de afspraak vastgelegd dat een bepaald aantal banen een bepaald aantal dagdelen beschikbaar is voor de gemeente, waarbij ook het gcoruik door de gemeente zal worden ingevuld. Wij zullen daar tennisinstructie doen plaatsvinden tegen betrekkelijk lage tarieven. Als die instruc tie aanslaat is het natuurlijk ontzettend logisch dat de deelnemers doorstromen naar de vereniging. Overigens is dit een beleid dat wij ook ten aan zien van de andere tenniscomplexen in de stad zul len gaan toepassen. De heer Veelenturf heeft gevraagd of er geen problemen zullen kunnen ontstaan, voor welke ge vallen wellicht een soort van arbitragecommissie zal moeten worden ingesteld. Als wij echter goede afspraken maken omtrent het aantal banen en het aantal dagdelen waarover de gemeente de beschik king krijgt zal dat echter niet gebeuren. Ik meen dus dat wij op dat punt geen problemen hebben te verwachten. Verder heeft de heer Veelenturf gevrciagd hoe wij de mogelijkheden in de wijk bekend zullen ma ken. Het zal bekend zijn dat wij op het gebied van de sportieve recreatie een programma opstellen, waarin onder andere sportintroductiecursussen zul len zijn opgenomen. Onder meer via dit programma en verder bijvoorbeeld via directe benadering van scholen zal worden geprobeerd hieraan voldoende bekendheid te geven. De heer Koertshuis heeft mijns inziens te recht geconstateerd dat met dit voorstel de witte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1789