16 OKTOBER 1980 1796 aan te geven. Deze kwestie is dermate ingewikkeld geworden ik denk wel eensingewikkeld gemaakt dat het mijns inziens erg onverstandig is nu transacties met de Stichting Brebo aan te gaan. Ik acht het hoogst noodzakelijk dat er eens een grondig onderzoek wordt ingesteld naar al hetgeen is gebeurd. Zo lang alles niet echt boven tafel is, is het naar mijn mening onverantwoord tot ver dere transacties in dezen over te gaan. Wij weten namelijk nog steeds niet welke de consequenties daa-rvan voor Brebo en daaraan gekoppend St. Joseph zijn. Ik meen dat wij als gemeente niet alleen een taak hebben ten aanzien van het dekken van risi co's van de kant van de gemeente. Wij hebben hier bij te maken met een woningbouwvereniging die zich met sociale woningbouw bezighoudt en die door de nauwe verwevenheid van Brebo en St. Joseph behoor lijk in de problemen is gekomen. Mijns inziens zullen wij ons als raad ook die kwestie ter harte moeten nemen. Ik acht het derhalve onverantwoord het besluit onder punt 15 te nemen, wat tevens voor het besluit onder punt 16 geldt. De raad zal eerst eens goed moeten worden geïnformeerd. Thans wordt er van de zijde van het ministerie in Den Haag een onderzoek ingesteld en verder heeft een ambtelijke onderzoekscommissie het nodige opgele peld, maar wij als raad hebben ons volkomen buiten spel laten zetten doordat wij ermee instemden dat deze problematiek steeds uitsluitend in commissie verband is afgehandeld, zonder dat de fracties echt een standpunten ten aanzien van deze zaak hebben ingenomen Ik betreur datgene wat de heer Eissens in mijn richting heeft gezegd. Ik vind het altijd zo jammer dat hij geen enkel politiek argument wil noemen. Ik heb van een bepaalde brief een af schrift naar de C.D.A.-fractie gestuurd en via de krant heeft mij naar aanleiding daarvan een aan tal opmerkingen bereikt. Ik heb van die opmerkin gen niet wakker gelegen, maar ik heb mij wel af gevraagd of de heer Eissens er nu werkelijk niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1796