1797
16 OKTOBER 1980
toe in staat is een aantal zakekelijke argumenten
te noemen om aan te tonen dat ik ongelijk heb. Ik
meen dat ik in mijn brief het een en ander heel
zakelijk op een rij heb gezet, maar ik heb daarop
geen enkel antwoord gekregen behoudens wat flauv/e
opmerkingen. Het kan zijn dat de heer Eissens
meent dat hij er zich op die manier politiek han
dig uitredt, maar ik vind dat toch een wel wat
verachtelijke manier.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten, onder aantekening
dat de heer Garritsen geacht wil worden te
hebben tegengestemd.
16. bijlage nr. 354
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT:
HET VOOR KENNISGEVING AANNEMEN VAN HET VOOR
NEMEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN
WETHOUDERS TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING
AAN DE PARTIELE LEVERING VAN ONROEREND GOED
AAN DE STICHTING BREBO TE BREDA, EN:
HET MACHTIGEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEES
TER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN EEN
RECHTSGEDING. (D)
De heer HENDRIKSEN: In de financiële proble
matiek is ons inzicht verschaft van de kant van
het college. Iedereen kan uit het voorstel aflei
den dat er aan deze hele kwestie zeer grote finan
ciële consequenties vastzitten. De belangrijkste
reden waarom de Partij van de Arbeid het voorstel
zal ondersteunen is vooral gelegen in het feit
dat wij de schade willen beperken en willen voor
komen dat de gemeente op een gegeven ogenblik in
een situatie geraakt wij weten nog niet hoe een
en ander precies zal uitpakken waarin veel ge
meenschapsgeld beschikbaar moet worden gesteld
voor het glad strijken van alle schades.
Voorts wordt voorgesteld het college te