16 OKTOBER 1980 1798 machtigen tot het aangaan van een rechtsgeding. Ook daarover hebben wij uitgebreid gepraat. Wij zijn op de hoogte van het feit dat de gemeente al in een vroeg stadium een uitdrukkelijk aanbod in de richting van Brebo/St. Joseph heeft gedaan ten einde over de verdere gang van zaken met elkaar in gesprek te komen, welk aanbod van de kant van Bre bo/St. Joseph niet is opgepakt. Daarnaast speelt nog het probleem dat er op het ogenblik een geding loopt in de richting van de gemeente. Wij conclu deren hieruit dat de gesprekken, de onderhandelin gen min of meer zijn vastgelopen. De gemeente en Brebo hebben zich in zekere zin ingegraven en ken nelijk is er een situatie ontstaan waarin niet meer gezamenlijk naar oplossingen kan worden ge zocht. Blijkbaar zullen nu door andere instanties oplossingen moeten worden aangedragen. Als het in derdaad zo ver komt betreuren wij dat. De Partij van de Arbeid-fractie heeft in de commissie het college dan ook geadviseerd te proberen te impasse te doorbreken en te bewerkstelligen dat men weer met elkaar om de tafel kan gaan zitten teneinde te bekijken hoe de schade voor de beide partijen zo veel mogelijk kan worden beperkt. Dat er schade zal worden geleden staat natuurlijk als een paal boven water. Het gemeentelijk belang gaat ons de Partij van de Arbeid ter harte, maar wij kunnen onze ogen natuurlijk ook niet sluiten voor de si tuatie waarin thans een woningbouwvereniging te recht is gekomen. Wij hebben in de commissie ook voorgesteld ten behoeve van het doorbreken van de impasse eventueel hulp in te roepen, bijvoorbeeld van het ministerie of van provinciale staten. In middels hebben wij uit Den Haag vernomen dat men niet geheel onwelwillend staat tegenover een der gelijk initiatief van de gemeente BredeWij wil len u ook van harte aanbevelen De heer SCHURING: Wat is "Den Haag" in dit verband?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1798