1806
30 OKTOBER 1980
gesloten waren wij bezig met de eerste termijn van
agendapunt 16; als ik "Brebo" zeg zal dat voor u
voldoende duidelijk zijn. Door de C.D.A.-fractie
is toen schorsing gevraagd op een moment waarop de
eerste termijn nog niet was afgesloten. Wij kunnen
de draad daar weer oppakken, ik constateer dat de
heer Schuring na de schorsing van veertien dagen
geleden het woord verlangt.
De heer SCHURING: Wat het onder agendapunt
16 vermelde voorstel, bijlage nr. 354, betreft kan
ik vrij kort zijn. Met het stuk I gaan wij akkoord,
ik zou willen zeggen "uiteraard". Wij kunnen even
eens met het stuk II instemmen, waarbij wij aante
kenen dat wij ons evenals de vertegenwoordigers
van de P.v.d.A. zorgen maken. Daarom zou ik u een
motie willen voorleggen, die wat haar strekking
betreft volledig met de motie van de heer Hendrik-
sen overeenkomt, die echter technisch wat is bij
gesteld en tekstueel wat is bijgevijld. Eén van
de verschillen tussen de motie die ik u wil voor
leggen en de aanvankelijke motie van de P.v.d.A.
is, dat het initiatief tot hervatting van het ge
sprek met Brebo bij het college van burgemeester
en wethouders wordt gelegd. Ik wil echter wel uit
drukkelijk stipuleren, dat het "eerstgeboorte
recht" van de heer Hendriksen ten aanzien van de
ze motie door ons niet wordt aangetast. De C.D.A.-
fractie doet niet mee aan vliegenafvangerij
De motie luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Breda, in vergade
ring bijeen op 30 oktober 1980,
gehoord de beraadslagingen omtrent agenda
punt 15, bijlage 353, respectievelijk 16,
bijlage 354,
overwegende
- dat de ontwikkelingen rond Brebo-St. Jo
seph de gemeenteraad met grote zorg ver
vullen;
- dat de commissie openbare werken de