30 OKTOBER 1980 1807 ontwikkelingen van het begin af aan op de voet heeft gevolgd; - dat het ambtelijk rapport over de Brebo- St. Josephzaak door de commissie openbare werken uitputtend is besproken; - dat het onderhavig voorstel duidelijk maakt dat er forse financiële consequen ties kunnen volgen voor de gemeenschap; - dat voorkomen dient te worden, dat de overlegsituatie tussen gemeente enerzijds en Brebo anderzijds zover verhard raakt dat oplossingen steeds moeilijker vallen te realiseren; van mening zijnde, dat zoveel als mogelijk en wenselijk is moet worden gedaan om te ko men tot redelijke oplossingen in het belang van de gemeenschap; verzoekt het college: - alle mogelijke moeite te doen om de over legsituatie met Brebo-St. Joseph te her openen; - te onderzoeken in welke mate de geplande bouw in de vrije sector toch nog uit te voeren is, zo mogelijk in de woningwet sfeer, om te pogen toch nog de verliezen te beperken; en gaat over tot de orde van de dag Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie mede onderwerp van beraadslaging uit. De VOORZITTER: Ik kan niet precies beoordelen welke consequenties de indiening van deze motie voor de eerste motie heeft. Daarover wil de heer Hendriksen misschien iets zeggen. De heer HENDRIKSEN: Op het gevaar af dat de klomp van het C.D.A. breekt, zoals ik zoeven hoor, het volgende. Ik heb de door de heer Schuring in gediende motie één minuut geleden onder ogen ge kregen, maar ik heb niettemin geconstateerd dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1807