30 OKTOBER 1980
1809
en wat daarvan eventueel het resultaat zou kunnen
zijn. Wel wil ik een beroep op u doen minstens een
poging aan te wenden tot het ter zake bereiken van
een akkoord, dat lijkt mij in dezen van meer dan
gewoon belang. Waar u blijkbaar zelf over de moge
lijkheid tot het bereiken van overeenstemming wat
in de mist verkeert lijkt het mij goed dat u even
onderling overleg pleegt. Daartoe wil ik de verga
dering graag, zo mogelijk voor korte tijd, schor
sen.
SCHORSING.
De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Ik
wil er melding van maken, dat ik zojuist de tekst
van de door de heer Schuring ingediende motie
voorgelegd heb gekregen. De motie is nu echter ook
door de heren Crul en Hendriksen ondertekend. Het
lijkt mij goed dat de heer Hendriksen daarover
iets zegt.
De heer HENDRIKSEN: Allereerst ben ik een
verklaring schuldig inzake de interne communicatie
problemen in de fractie. Daarvan is in forse mate
sprake geweestr wij hebben daarover tijdens de
schorsing gepraat wat tot rode wangetjes heeft ge
leid. Intern zullen wij deze communicatieproblemen
uiteraard verder doorpraten, wij bieden hiervoor
nu onze verontschuldigingen aan.
In de fractie hebben wij overigens met vreug
de geconstateerd, dat het stilzwijgen van C.D.A.-
zijde over de Brebov-zaak nu is doorbroken. Dat
geeft onze fractie een plezierig gevoel, wij heb
ben steeds gezegd dat de Brebo-zaak dusdanig ber
langrijk is
De heer SCHURING: Wij hebben hierover in de
commissie luidkeels en uitgebreid gesproken en dat
weet ui Wij hebben er zeker niet over gezwegen.
De heer HENDRIKSEN: Dat is in beslotenheid