30 OKTOBER 1980 1811 ter tafel liggende motie bekend. Nu deze motie ter tafel ligt wil ik op dit moment slechts enkele korte kanttekeningen maken, die naar mijn mening vrij essentieel zijn. De overweging in de motie van het C.D.A.dat de ontwikkelingen de gemeente raad met grote zorg vervullenvind ik wat cryp tisch waar met name mijnerzijds meerdere malen is gepleit voor het in de gemeenteraad aan de orde stellen van deze aangelegenheid. Er is steeds in besloten vergaderingen over gesproken. In de com missie openbare werken is door mij het voorstel van orde gedaan de kwestie in de gemeenteraad te brengen opdat de gehele raad van alle hierop be trekking hebbende stukken kennis zou kunnen nemen. Op dit moment zijn tien leden van de raad van de inhoud van deze stukken op de hoogte en dat in aanmerking nemend vind ik het een wat vreemde con statering dat de ontwikkelingen de gemeenteraad met grote zorg vervullen. Dat slaat mijns inziens nergens op.' De tweede overweging, namelijk dat de commis sie openbare werken de ontwikkelingen van het be gin af aan op de voet heeft gevolgd, is naar ik meen ook niet juist. Zij is er namelijk pas op het allerlaatste moment bij betrokken, op de vrijdag waarop bleek dat Wilma de maandag daarop de bouw zou stopzetten. Er waren al veel langer problemen, de commissie is echter nogmaals gezegd pas op het allerlaatste moment waarschijnlijk omdat het te gek zou zijn wanneer de commissieleden de ontwik kelingen uit de krant hadden moeten vernemen ter zake geïnformeerd, Hoe de zaak van Brebo in elkaar zit is ook pas naar aanleiding van een vraag van de heer Van Asseldonk van de V.V.D. in de commissie uiteen gezet. De overweging dat de commissie openbare werken van het begin af aan op de hoogte is geweest is derhalve onjuist, de pro blemen zijn al veel eerder begonnen met de Era zaak, de kwestie van de gescheiden opdrachten en dergelijke. De derde overweging, dat het ambtelijk rapport

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1811