30 OKTOBER 1980 1819 Mevrouw SAELMAN-BOELENDe wethouder heeft medegedeeld, dat het rijk naar de Brebo-St. Joseph zaak een onderzoek zal instellen waaraan de ge meente optimaal zal meewerken. Onze fractie vraagt zich af, of het rijk ook een onderzoek zal instel len naar de handel of wandel van de gemeente in dezen. Ten tweede wil ik opmerken, dat het C.D.A. zijn motie mijns inziens zou moeten intrekken. Per soonlijk zou ik het, als ik in het dagelijks be stuur van de gemeente zat, een belediging vinden als ik zou moeten worden gewezen op de noodzaak van een fatsoenlijk beleid, van een goede fatsoen lijke manier van besturen. Als mij zoiets zou wor den gezegd zou ik dat persoonlijk niet zo prettig vinden Voor het geval de motie niet wordt ingetrok ken wil ik er nog op wijzen dat er enkele punten in staan, waarvan wij moeten zeggen dat wij het er niet mee eens zijn. Het rapport is niet uitputtend besproken De heer HENDRIKSENPleit mevrouw Saelman voor intrekking van de nu ter tafel liggende motie Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Ja, daarvoor pleit ik, het in de motie gestelde komt naar mijn mening neer op het intrappen van een open deur. Als het dagelijks bestuur van een stad de gemeente behoor lijk bestuurt dan doet het datgene waarom in de motie wordt gevraagd vanzelf. Daaraan behoeft he lemaal geen motie ten grondslag te liggen. Persoon lijk zou ik het zoals gezegd als een belediging voelen, De heer HENDRIKSEN: Het gaat om de interpre tatie van de motie, om hetgeen met de motie wordt bedoeld. Mevrouw Saelman moet de motie niet zelf gaan interpreteren De VOORZITTER; Het woord is aan mevrouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1819