30 OKTOBER 1980 1835 jeugdwerkloosheids"poot" in het voorstel zit en het zo verantwoord mogelijk aanpakken Van de op vang, met een duidelijke prioriteitenstelling. De ze lijnen waren de commissie volledig bekend, maar we nemen inderdaad een voorschot op discussies die later zeker nog in de raad zullen worden gevoerd. De heer Veelenturf heeft zich akkoord ver klaard met het ophouden van de activiteiten van wat ik, ondanks de nog korte levensduur, de "tra ditionele" Pluu zou willen noemen. Ook kan de heer Veelenturf akkoord gaan met de invulling van het gebouw in de richting van vormings- en arbeidspro jecten, zij het dat hij zich afvraagt of er in het gebouw nu al dan niet een bureau en een administra tieve kast van de Pluu moeten staan. De bedoeling is mijns inziens heel duidelijk. Uiteindelijk is het zo dat de Pluu in het gebouw ruimte krijgt, maar de Pluu is natuurlijk helemaal niet meer teke nend voor de functie van het gebouw: het gebouw wordt voor 99% ingevuld door de vormings- en werk gelegenheidsprojecten waarop ik straks nog terug kom. Over dit onderdeel van het voorstel bestaat weinig verschil van meningmaar de heer Veelen turf heeft nog wèl verzocht ervoor te zorgen dat de beheersvorm er binnen drie maanden ligt. Ik zou op zich graag toezeggen dat ik binnen één of twee maanden over de beheersvorm zou beschikken; de er varing leert echter dat bij dit soort beheersstich tingen de juridische perikelen wel eens vertraging opleveren. Hoe graag ik een datum zou noemen, ik doe het niet, want ik kan gewoon niets garanderen. Wanneer onze juristen mét anderen bezig zijn uit te zoeken hoe een en ander nu precies moet worden geregeld, kan de termijn best eens worden over schreden. Ik zeg toe dat de beheersvorm er zo snel mogelijk zal liggen, iets waarbij iedereen gebaat is, ook wij, maar ik kan niet toezeggen dat we daarmee exact op tijd zullen zijn, want het risico dat ik daarop uitglijd neem ik tegenover de heer Veelenturf niet nog eens' De heer Veelenturf en ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1835