30 OKTOBER 1980 1837 willen wijzen. We beschikken over een netwerk van instellingen en we gaan er niet een heel netwerk bij maken. We gaan alleen proberen "vraag" en "aanbod" -- ik gebruik dan termen die in dit veld wat minder gebruikelijk zijn beide wat bij te sturen, opdat ze dichter bij elkaar komen en elkaar mogelijk raken. Zo ver is het nog niet. Zoals men weet zal de beleidslijn ten opzichte van het ambulant jongeren werk niet moeten voortvloeien uit beslissingen van mensen achter bureaus of van ambtenaren die zelf veel ervaring hebben. We zullen die beleidslijn moeten gaan uitstippelen in samenwerking met de instellingen die op het onderhavige gebied werk zaam zijn, bijvoorbeeld het I.M.W., het J.A.C. en het J.J.C., en als het kan ook zo veel mogelijk met de jongeren zelf. Het lijkt mij dan ook juist dat we een tijd geleden zijn gestart met een over leggroep die uit dergelijke instellingen bestaat. Die groep zal het beleid op langere termijn vorm moeten geven. Dat beleid zal door de raad moeten worden goedgekeurd en vervolgens zullen we beter weten wat we met elkaar hebben afgesproken. De beslissing die het college vanavond van de raad vraagt, loopt daarop vooruit. Het is nu zo dat van de aanwezige welzijnsinstellingen met name de Pluu als één van de eerste over de eerder ge noemde groepen is gaan denken. De Pluu heeft er een aantal nota's over uitgebracht en heeft er in het bestuur en met de werkers nogal wat aan ge daan, Bij het J,J.C. is kort geleden eveneens een nota verschenen, waarin het tienerwerk/ambulant jongerenwerk uitdrukkelijker aan de orde is geko men en waarin aandacht wordt besteed aan het bena deren van de meergenoemde groepen, Een dergelijke situatie doet zich in het gehele land voor, waar bij bepaalde instellingen dit onderwerp wat eerder oppikken dan andereIk moet er ook op wijzen dat instellingen alq bijvoorbeeld het I.M.W. op een andere manier al lang met deze verschijnselen te maken haddenf maar dan in hun club^- en buurthuis-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1837