1842 30 OKTOBER 1980 uitvoerige besprekingen na of de ter plaatse aan wezige welzijnsinstellingen en de ons bekende be schikbare ruimten de opvang mogelijk zouden kunnen maken. Wij hopen mede door het inzetten van de bestaande welzijnsvoorzieningen een oplossing te vinden. In de begroting zal men overigens voor het J.J.C. 0,5 tienerwerker opgevoerd zien, alsmede een ambulant jongerenwerker: ook de begeleiding van onze kant zou dus het volgend jaar kunnen wor den versterkt. Er moeten concrete afspraken worden gemaakt; het lijkt mij beter dat we dat de volgen de week bij de begrotingsbehandeling in de commis sie doen. Wat de rol van het J.J.C. betreft: het zou mij iets waard zijn als ook het J.J.C. een rol bij de opvang van deze groepen zou spelen. Ik denk dat men daartoe in principe wel in staat is, maar het J.J.C. heeft op dit ogenblik als hoofdaccent begeleiding van vrijwillig kader, niet directe uitvoering. Ik heb langdurig met vertegenwoordi gers van het J.J.C. gesproken en ik geloof dat we het erover eens zijn dat de zogenaamde "proces functie uitvoering" dat is uitvoering om vrij willig kader te krijgen dat dan later kan worden begeleid meer in the picture komt. Het J.J.C. is wat dat betreft bezig de bakens te verzetten en ik vind dat op zich een zeer juiste ontwikke ling. Ik zie dus wel mogelijkheden liggen. De heer Van Asseldonk blijkt het zakelijk karakter van het voorstel te waarderen. In de com missie heb ik al getracht te laten zien dat we met dit voorstel eigenlijk een aantal stappen for meel hebben overgeslagen, omdat de situatie ons daartoe dwong. Ik vind ten eerste dat de heer Van Asseldonk dat erg goed herkent en ten tweede dat hij er erg positief op reageert. Het gaat hier om een bepaalde vorm van slagvaardigheid die je soms moet hebben. Als je alle procedures formeel gaat volgen, wordt het vreselijk moeilijk en we hebben op deze manier geprobeerd van de raad "groen licht" te krijgen om hard aan een aantal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1842